Twinky en de monsters

Er was eens een lief, klein meisje met rood haar en middelgrote tieten. Ze heette Twinky. Ze ging braaf naar school elke dag en had het daar best naar haar zin. Af en toe leerde ze iets, maar meestal zat ze in de les puur om aanwezig te zijn, anders zou de grote, gemene conrector M. haar weten te vinden en opeten met huid en haar, en dan zou Twinky niet meer bestaan. Daar was ze zich erg bewust van, en daarom ging ze toch naar meer dan vijftig procent van de lessen waar ze moest zijn. De overige uren hing ze in de stad rond, zat achter haar laptopje op de grootste online community ter wereld rond te hangen, verdiende hier en daar wat geld met oppassen en gaf dit weer uit aan kleren, make-up en haarverzorgingsproducten.

Al met al liep het leven van dat meisje op rolletjes. Ze glipte zó haar eindexamenjaar binnen en ook dit was erg gemakkelijk. Er waren namelijk niks geen proefwerken, overhoringen en dergelijke, behalve in de twee schoolexamenweken en natuurlijk het centrale examen. Twinky luierde dus wat af, spijbelde zich een slag in de rondte en ook in de lessen deed ze niet zoveel.

Toen! Ineens! Kwam daar een groot schoolexamenmonster! Hij hijgde in haar nek en alle juffen en meesters waarschuwde voor het monster! Het lieve kleine meisje dacht dat het wel meeviel allemaal. Zo scherp waren de tanden van het monster niet, en hij was vooral nog best ver weg. Zeker nog wel een meter of tien. Ze ging dus gewoon rustig door met waar ze mee bezig was, en maakte zich, in tegenstelling tot sommige vrienden, absoluut geen zorgen.

En toen, nog ineenser dan dat het monster verscheen, stond het ineens voor haar neus. Hij beloofde haar dat hij nog twee dagen weg zou blijven, en dan pas zou toehappen. Maar dan ook flink, hij zou meteen beginnen met een filosofische bijt. En dan zeer uitgebreid, veel filosofie. Twinky schrok zich de pleuris en begon zich ogenblikkelijk te wapenen tegen het monster. Ze greep al haar filosofieboeken en legde ze klaar voor als het monster zou komen. Dat had ze al eerder gedaan, dus zoveel werk was dat klaarleggen niet. Sterker nog, ze had de boeken al enkele malen opengeslagen om te leren hoe ze de filosofiehap kon afweren, maar elke keer was ze met leren gestopt omdat het monster nog zo ver weg was. Nu was het echter bijna te laat, en ze leerde als een gek. Bovenlangs, onderlangs, deugdelijk, platonisch, met of zonder paradigma's, ze nam zich voor alle aanvallen te leren.

En daar zat ze dus achter haar bureautje, te denken aan de dag dat het monster zou komen. Het was ook nog twee dagen weg, dus zo bang hoefde ze nog niet te zijn. Het probleem was meer, dat er zo ongelofelijk veel aanvallen nodig waren om het monster te verslaan, en ze ze maar niet allemaal geleerd kreeg!

Ze had zelfs met zichzelf afgesproken niet in de chats van de community te gaan. Ook msnen was uit den boze, evenals icq, aim en alle andere trucjes. Het resultaat was dat ze de sites waar ze wel van zichzelf opmocht eindeloos zat te refreshen, al stonden daar geen aanvallen op tegen het filosofiemonster, en kon ze in de tijd dat ze aan het refreshen was, niet verder leren.

Toen ze 's middags stiekem toch even ging chatten, stonden er ineens nog zes monsters om haar heen, te weten het duitse mondelingmonster, het nederlandse literatuurmondelingmonster (familie van de duitse), het engelse literatuurmonster (lijkt ietwat op de nederlandse, heeft alleen absoluut geen familiaire banden met het duitse), het geschiedenismonster (speciaal overgekomen uit Indonesië, vereist dus oud-Indonesische aanvalstechnieken), het kunstgeschiedenismonster (verandert telkens van structuur, bij elke structuur hoort een andere aanval) en het grootste monster, het wiskundemonster, met meerdere koppen.

Het lieve kleine meisje schrok zich een ongeluk van al die monsters, en zo snel als ze kon sloot ze het chatprogramma af en dook ze weer in de boeken over de filosofische aanvallen, wetende dat de andere monsters ook de volgende week zouden komen, en dat zij ook hun aanvallen nodig hadden.