Twinky en de uitsterving

Al jaren vecht de WNF tegen het uitsterven van een heleboel diersoorten, bijvoorbeeld de pandabeer. Pandaberen zijn lief en knuffelig en er zijn er steeds minder! Dit komt om dat hun natuurlijke habitat ernstig bedreigd is, en daarmee worden de beertjes ook bedreigd. Hetzelfde geldt voor neushoorns, olifanten, koalaberen, tijgers en ga zo maar een tijdje door. Ik denk dat het een goede oplossing zou zijn om meer dierentuinen te bouwen. In dierentuinen zijn die dieren er namelijk altijd wél, en ergens vraag je je dan af 'waar zeuren ze over'.

Okay, het is verschrikkelijk dat die beestjes uitsterven. Ze zijn zo lief en knuffelig, en het is onzin dat de mens zichzelf zo belangrijk vindt dat andere dieren voor de belangrijke dingen van de mens moeten wijken. En dat het zó bont wordt gemaakt dat door toedoen van belangrijke mensen of bomenkappers hele diersoorten uitsterven, is niet echt een netjes iets. Wij Nederlanders zouden toch ook niet alle minderwaardige Belgen hun eten ontnemen omdat er een industriegebied moet komen in Belgie.

Toch gebeuren er ook in Nederland afschuwelijke praktijken. Hele nieuwe dingsoorten nemen de maatschappij over. En ja, ik heb het over de mobiele telefoon! Gruwelijk, wat die soort allemaal uitvreet. Niet alleen wordt een heel sociaal deel van het mensenleven uitgeroeid, er is nog iets veel ergers aan de hand. Iets heel ergs.

Vroeger, toen ik nog een klein Twinkje was, was het leven prachtig. De zon scheen altijd dus iedereen was altijd buiten. Omdat je dan wel eens naar huis moest bellen hoe laat je thuis zou zijn waren er mensen die een prachtige dingsoort hadden gefokt. Overal stonden ze, in allerlei kleuren. Hartstikke lief, behulpzaam, maar nooit opdringerig. Meestal waren ze ook in kleine kuddes, en soms moest je wachten voordat je er één kon bereiken, omdat ze bezet waren door andere mensen. Dat wachten was echter niet echt vervelend, omdat je wist dat je gauw aan de beurt zou zijn, en dat het het wachten meer dan waard was.

En toen kregen steeds meer mensen een mobiele telefoon, ook wel gsm genaamd. De prachtige dingsoort begon langzaam uit te sterven. De kuddes werden kleiner, meestal bleef er het sterkste koppeltje over. Het weer werd ook slechter, mensen bleven liever thuis, en de telefooncellen, want daar heb ik het natuurlijk over, werden steeds minder bezocht. Ze waren helemaal alleen, en de verveling sloeg bij de meeste over in zware depressies. Gelukkig hadden ze elkaar nog, maar ook dat duurde niet lang. De meeste telefooncellen bleven alleen achter. Helemaal, helemaal, helemaal alleen. En dat wat naar beneden droop over het glas waren geen achtergebleven regendruppels. Nee, ook telefooncellen huilen als ze verdrietig zijn. En niemand die ze kwam troosten, want iedereen had het te druk met zichzelf en z'n gsm.

Gisteren is de laatste telefooncel in het werkgebied van Twinky verwijderd. De ramptoestand is nu officieel. De laatste telefooncellen bibberen, want het aftellen is begonnen.

Red de telefooncel, geef ze ook eens aandacht.