De leenfiets

Mijn retegeile Renault Scénic heeft een probleempje: hij start niet als hij warm is. Je parkeert dat ding bijvoorbeeld bij de Albert Heijn, doet een paar boodschapjes, en als je dan terugkomt kan je eerst nog een kwartier wachten tot hij zover is afgekoeld dat hij weer start. Dat is niet handig, dus wat doe je als lid van de digitale generatie? Juist, je doet een zoekopdracht in Google op: Renault, warm, niet starten en je krijgt vanzelf het antwoord. Probleempje met de BDP oftewel de Bovenste Dode Punt sensor. Ja, als ze het je hadden verteld in de garage, was je over de balie gesprongen om die vuile oplichters eens even in elkaar te tremmen, maar het ding blijkt echt te bestaan.

De BDP schijnt op je krukas te zitten, ‘ziet’ of een zuiger hoog of laag staat en stuurt een signaal naar de computer welke cilinder bij het starten moet vonken. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als hij dat niet doet. Vervanging als je een surrogaatje koopt bij Brezan, ongeveer 50 eurootjes, bij de Renault Dealer 118 euro en volgens de kenners op internet heel makkelijk zelf te vervangen. Nu ben je een Nederlander, of je bent het niet, dus hup die motorklep open en op zoek naar de Bovenste Dode Punt sensor. Goed, hij staat vandaag dus bij de garage.

Toen ik belde voor een afspraak vorige week vroeg een vriendelijke dame of ik een huurauto, of een leenfiets nodig had. De leenfiets kon ik gratis meenemen en ik werk een kwartiertje fietsen bij de garage vandaan, dus die keuze was snel gemaakt. Vanochtend werd ik dan ook door een receptiemedewerker naar een nis ergens achter in de zaak geleid, waar ik de leenfiets kreeg en even twijfelde ik nog of ik niet alsnog voor de huurauto zou gaan. Een knaloranje terugtrapper, met een stuur waarvan een vrachtwagenchauffeur zou zeggen: "jezus, dat is een groot stuur", een paar banden die niet zouden misstaan onder een crossmotor en stangen dikker dan mijn onderarm. Dat die stangen zo dik zijn, is overigens wel handig, want anders hadden ze er niet met koeieletters ‘LEENFIETS’ op kunnen zetten.
"Nagenoeg onverwoestbaar," zei de medewerker trots.
"Helaas wel," dacht ik.
 
Maar wat een bekijks had ik onderweg naar mijn werk! Ik zag het WTF! in hun ogen verschijnen, als tegenliggers, half verblind door de felle oranje gloed, vertwijfeld naar het bakbeest keken. Ik was in ieder geval ineens blij dat ‘LEENFIETS’ zo goed te lezen was, anders had ik de hele weg tegen iedereen moeten roepen: "deze fiets is niet van mij hoor! Ik ben niet op weg naar de sociale werkplaats! Mijn auto staat gewoon bij de garage!"
 
Volgens mij doen ze het expres. Ben je weer extra blij met je auto als je hem terug hebt en dan maakt het wat minder uit hoeveel je voor die reparatie kwijt bent. Vanmiddag kan ik hem weer ophalen, dus als je tussen 12 en 1 een knaloranje LEENFIETS ziet rijden over de Kralingse Zoom in Rotterdam, dan ben ik dat. Zwaaien mag.