Hoe het niet moet

Een oude wijsheid onder geschiedenisleraren luidt dat leerlingen het vak interessant vinden als het gaat over seks (Genghis Khan kon er wat van, hij heeft nu naar schatting 16 miljoen nakomelingen), vieze dingen (Romeinen gebruikten urine om kleding te wassen), oorlog (toen Duitsland Nederland in mei 1940 binnen viel had Nederland één tank) en opmerkelijke dingen (de tank kwam niet in actie, de motor was er uit gehaald).

Om de stukken over geschiedenis die ik hier met enige regelmaat hoop te schrijven enigzins interessant te houden wil ik mij graag op deze vier gebieden richten. Over het nut daarvan, en dat van geschiedenis in het algemeen, kan ik kort zijn: we kunnen er van leren. En dan met name leren hoe het niet moet.

De Vierde Engelse oorlog geeft een mooi voorbeeld van hoe het niet moet. De Admiraliteit van Friesland in Harlingen liet in het jaar 1781 de twee grootste oorlogsschepen uit haar geschiedenis bouwen. Twee fantastische vaartuigen, met elk 74 kanonnen. De bouw nam maanden in beslag, maar éénmaal voltooid had Harlingen de trots van Friesland in haar haven liggen. Althans, tot men er achter kwam dat de beide schepen te groot waren om de haven uit te varen. In 1792 zijn ze verkocht aan handelaren die de schepen stripten, ze waren nooit van hun plek geweest. Zo moet het dus niet.

Ook Amerikaansen en Canadezen hebben ontdekt hoe het niet moet. Op 15 augustus 1943 bestormden zij met 95 schepen, 168 vliegtuigen en ruim 34 duizend geallieerde soldaten het eilandje Kiska in de Stille Oceaan. 17 soldaten kwamen om. Geen slechte prestatie, ware het niet dat er op het hele eiland geen Japanse soldaat meer te vinden was. Ze hadden het eiland een paar weken van tevoren verlaten. Zo moet het dus ook niet.

De Japanse soldaat Hiroo Onada wilde het beter doen. Hij was niet voor één gat te vangen, en toen hij en zijn strijdmakkers in oktober 1945 in de Filipijnse jungle een document aantroffen waarin stond dat de Tweede Wereldoorlog voorbij was besloten ze al snel dat het een hoax moest zijn. Hij had opdracht gekregen op het eiland te blijven, dus hij moest en zou op het eiland blijven. Pas in 1974 gaf hij zich over, nadat zijn majoor hem kwam vertellen dat de oorlog voorbij was. Zo moet het nou ook weer niet.

Onada rekte de oorlog voor zichzelf met een paar jaar, maar ook Nederland heeft daar wel een handje van gehad. In 1651 raakte Nederland verwikkeld in een conflict met de Scilly-eilanden, gelegen ten zuidwesten van Engeland. De eilanden werden bezet en niet veel later weer verlaten. In 1985 ontdekte de Nederlandse ambassade in Londen dat beide gebieden nooit een vrede hebben gesloten. Deze werd pas op 17 april 1986 officiëel gesloten, 335 jaar en 17 dagen na de oorlogsverklaring. Zo moet het ook maar niet.

Hoe het wel kan liet Argentinië zien. Een land de oorlog verklaren, geringe verliezen lijden en binnen een korte tijd winnen. Op 26 maart 1945 verklaarde de dappere Argentijnse republiek Duitsland de oorlog. 42 dagen later gaf Duitsland zich gewonnen zonder dat een enkele Argentijnse soldaat was omgekomen. Zo kan het dus ook.