Lokale interruptie: Folder-etiquette

Communicatie met je achterban is niet altijd even eenvoudig. Partijleden zijn eenvoudig te bereiken en ook via je sociale netwerk, de e-mail en de social media heb je nog wel contact met enkele kiezers. Maar een groot deel van de stemmers zijn onbekend. Hen een op een bereiken is niet eenvoudig te doen. Voor een deel lukt dat via de traditionele media zoals de lokale krant en de lokale omroep. Maar het bereik en de boodschap heb je daar niet echt zelf in de hand. Een andere methode is als het ware "brute force", Het rondbrengen van folders huis aan huis.

Als politici (fractie en wethouder) hebben we een flyer gemaakt met daarop de dingen die we de afgelopen twee jaar in het college bereikt hebben. De hervorming van de welzijnssector en de cultuursector, de investeringsagenda voor innovatie en design en de financiering van het volwassenenonderwijs zijn belangrijke zaken uit ons verkiezingsprogramma die waargemaakt zijn. Dit hebben we op een mooie tweezijdige glossy folder geprint met onze foto's. Die duizenden flyers moeten op weg naar de brievenbussen en naar het electoraat.

Het is een arbeidsintensief klusje maar gelukkig zijn er genoeg leden die er graag aan meehelpen. En ook, nee eigenlijk vooral de politici doen mee. Het eenvoudige folderwerk hoort erbij, of je nu wethouder of functieloze vrijwilliger bent. Politici die zich te goed voelen voor dit werk horen eigenlijk niet in de politiek thuis naar mijn mening.

Gelukkig weten we wel in welke buurten de D66-kiezer woont. Ik mag de brievenbussen van Oud-Strijp (mijn eigen wijk) en het Drents dorp langs. Ik vind het geen vervelend werk. Het doet terugdenken aan het bezorgen van kranten als scholier. Je ontdekt ook de eigenaardigheden van je wijk, dingen die je anders nooit opvielen. Vreemde steegjes, rommelige tuinen en allerlei vage bedrijfspandjes waarvan je het bestaan niet had vermoed. Een oude wijk heeft zo zijn charmante rafelranden. Maar ook is het leuk om af en toe eens een bewoner een flyer te geven wanneer deze toevallig naar binnen of naar buiten loopt. Niet iedereen reageert even aardig maar de meeste mensen zijn er positief over. Al gaan de meeste gesprekjes over de landelijke politiek.

Het enige vervelende puntje blijven de "Nee-Nee"- en de "Nee-Ja"-stickers. Hoewel we ons als non-commerciële organisatie er strikt genomen niets van aan hoeven te trekken respecteren we de stickers. Het doet vermoedelijk meer kwaad dan goed in het te negeren dus volgen we de etiquette op dat gebied. Maar toch voelt het als een gesloten poort waardoor communicatie niet mogelijk is, hoe begrijpelijk het hebben van die sticker ook is.