Niet in God maar wel in Bach geloven

Vierentachtig jaar geleden zette de Roemeense violist George Enescu met zijn leerling Yehudi Menuhin de vermoedelijk eerste uitvoering van Johann Sebastian Bachs beroemde dubbel-vioolconcert op de gevoelige plaat.

De bekendheid van de grote Bach was in de eerste helft van de vorige eeuw lang niet zo vanzelfsprekend als nu. Zijn muziek werd lang als een soort muzikantenmuziek gezien: leuke oefeningen maar om het nou uit te gaan voeren, mwah...

Daar kwam pas in de 20e eeuw verandering in, dankzij onder meer Enescu en de Catelaanse cellist Pablo Casals, waarover binnenkort meer.

Onderstaand concert voor twee violen, geschreven rond 1720, wordt tegenwoordig beschouwd als een van de beste barokwerken uit de geschiedenis. Het begint en eindigt met een snel deel, met in het midden een langzaam stuk. Dit omschreef mijn opa, een diepgelovige altviolist, ooit als 'een gesprek met God'.

Bach schreef zijn muziek dan ook ter glorie van God. Nou ben ik zelf niet gelovig, maar begrijp precies wat mijn opa bedoelde. Want ik mag dan misschien niet in God geloven, maar ik geloof wel in Bach.